Vrouwenkerk (Waals), Leiden

Locatiekaart

Breedtegraad 52.16106857123935
Lengtegraad 4.489447369914625
 
Alternatieve namen Taal Datumbereik waarin dit een geldige naam was.
Onze-Lieve-Vrouwekerk voor 20 jul 1572
 
Besloten in
Leiden
 
Locatie bevat

Verhaal

De Vrouwekerk was een gotische kerk in de Nederlandse stad Leiden. De kerk is in de 14e eeuw gebouwd en heette voor de Reformatie Onze-Lieve-Vrouwekerk. Hier gingen in de 17e eeuw de Pilgrim Fathers en de eerste kolonisten van Manhattan ter kerke.

Na de Reformatie werd de kerk kortweg Vrouwekerk genoemd, omdat de oorspronkelijke naam Onze-Lieve-Vrouwekerk nu te katholiek geacht werd. De eerste dienst na de reformatie werd gehouden op 20 juli 1572.

In de twee daaropvolgende jaren vond het Beleg van Leiden plaats, waarbij de Vrouwekerk zwaar beschadigd raakte als gevolg van Spaanse kanonskogels. Het godshuis werd vervolgens van de ondergang gered door een rijke dame, die het gebouw opkocht en weer doorverkocht aan het Leidse bestuur, op voorwaarde dat die het gebouw geschikt zou maken voor toewijzing aan de hugenoten (de protestantse vluchtelingen uit de Zuidelijke Nederlanden en Frankrijk). Deze namen het gebouw in 1584 opnieuw in gebruik als Waalse kerk. De eredienst werd vanaf toen in het Frans gehouden. Met de komst van steeds meer vluchtelingen uit het zuiden groeide de "Waalse gemeente" in de 17e eeuw uit tot wel 6.000 leden. Een groot aantal van deze hugenoten emigreerde later, net als de Pilgrim Fathers, vanuit Leiden naar de Nieuwe Wereld. Een groep emigranten onder leiding van Jessé de Forest vestigde zich als eerste op Manhattan en stichtte hiermee Nieuw-Amsterdam, dat later herdoopt is tot New York.

Nadat veel van de hugenoten naar de Nieuwe Wereld waren vertrokken, raakte de Vrouwekerk geleidelijk aan in verval. Het gebouw was in 1808 zo bouwvallig geworden dat er geen diensten meer in gehouden konden worden. De kerk werd verkocht en grotendeels gesloopt; in 1837 stond alleen nog de kerktoren en wat resten van de muren overeind. In 1840 werd ook de toren gesloopt. Alleen de dakspannen werden hergebruikt voor de rooms-katholieke Sint-Petruskerk aan de Langebrug.

Voor de sloop werd het orgel verplaatst naar de voormalige kapel van het St. Catharina Gasthuis, dat ook in gebruik was genomen als tweede Waalse kerk. Een aantal grafstenen en memorietafels werd naar de Pieterskerk overgebracht, zoals die van Carolus Clusius, Josephus Justus Scaliger en Johan Luzac. Enkele van deze grafzerken werden in 1989 weer op de oorspronkelijke plek teruggeplaatst. In 1979 werd het schoolgebouw gesloopt dat in de 19e eeuw op het kerkterrein was neergezet.

Van de kerk zelf zijn alleen nog muurresten blijven staan. De overblijfselen van de kerk hebben de status van rijksmonument. Bij archeologisch onderzoek in 1979-1980 bleek dat de kerkfundamenten op houten palen nog intact waren. Er werden zelfs resten van de oorspronkelijke 14e-eeuwse kapel en de fundering van een altaar ontdekt.