|
|
Gebeurtenis |
Datum |
Locatie |
Beschrijving |
Bronnen |
Boedelscheiding
|
31 jul 1560 |
|
Boedelscheiding van Adriaen van Eerde en Rutgera van Graes
|
|
|
Brontekst
Anna, Wilhelma, Jutthe, Guert, Thonis en Elizabeth van Graes, gezusters, bekennen dat er een magescheid is gesloten tusschen hen en hun broeder Rotger van Graes, door tusschenspreken van hun oom Kaerll van Middachten en van hun zwager Adriaen van Erdeen verzoeken deze scheidslieden den magescheidsbrief voor hen te bezegelen.
Brontekst
Rotger van Graes stelt zijn huis ten Pleckenpoell met watermolen en al zijne andere goederen ten onderpand voor de richtige nakoming van
het maichgescheit, opgericht ten overstaan van Kairll van Middachten, zijn oom, en Adriaen van Eerde, zijn zwager, tusschen hem en zijne zusters:
jufferen Annen, Wilhelma, Jutten Guert, Thonis en Elisabet van Graes.
|
Verkoop
|
12 nov 1571 |
Winterswijk
|
|
|
|
Gebeurtenisopmerking
Joffer Rotger van Graes, wedwe seligen Adrians van Erde, mit oren son Herman van Erde, bekennen voor een walbetalte summa gelts verkoft und avergegeven te hebben aan Tonis van Asten, Jenneken ehel., jarlix up Sunt Martins dach in den winter 14 dage voir of na onbehalt, 6 dll. und 6 molder guder claren drogen winterroggen und ein voder drogen torfs off ein ort dalers dair voir, die jarlix up vurs. termin an Tonis te leveren unt to betalen zijn uth oir erff und guedt Esselinck gelegen inden kerspel Wenterswick, buerschap Medeho etc.etc. Voorbeholden dat sie joffer Rotger van Graes c.s. die vors. 6 dalers, 6 molder roggen und ein voder torfs sullen mugen losen mit 200 silveren dalers. Die loese ein vierdel jairs to vorens toe kondigen.
Sources: 0066 RA Bred.50; fol.86v en 87r
|
Verkoop
|
18 jul 1598 |
|
Verkoop van Adriaen van Eerde en Rutgera van Graes
|
|
|
Brontekst
Berndt van Elsen genant van Trier heft verthoent eine gerichtlicke verchrijvonge, daerin die erntfeste juffer Rotger van Graes wedtwe sel.Adriaens van Eerde, vermits Herman van Eerde oren sohn und mombar, und Herman van Eerde voer sich selfst, aan wilne Tonis van Asten, Jenneken ehel., obgemelte Berndts vader und moder sel., am 23-11-1571 hebbenverkoft een jairlixe rente uth oren erf und gueth Esselinck inden kerspel Wenterswick buerschap Medeho, ad 6 dlr. und 6 molder winterroggen, sambt 1 fuder torf oder 1 orth dlr., jairlix up Martini te betalen, en dit voor 200 sylveren dlr. hoeftsumma. Die loese ein vierdell jaersthovoren te verkondigen und verwittigen. Berndt van Trier beclaegt sich dat hie vast voer und nha bij desen kriegsemporonge in schaede und verderf gevaren is. Hij heeft gemelte hoeftsumma und pension zelf hoichnodich. Daarom zegt hij die loese an.
Sources: Luiting, RAG: RABvt, inv.nr. 61, fol. 46r en v
|
|