Maximiliaan Janssen van Fleru (80) en Handrick Corstiaen Smits (66), beiden uit Schijndel
met een verklaring t.b.v. Servaes Jan Servaessen, namelijk, dat vader Jan Servaessen
liggende op zijn doodsbed met goedkeuring van Meriken zijn vrouw, moeder van de requirant
Servaes in de vorm van testament heeft verklaard, dat hun uiteste wil zou zijn, dat de
langstlevende van hen beiden de erfhavelijke goederen aan hun enige zoon Servaes zouden
nalaten, waarover hij dan het volledige gebruiksrecht zou hebben; de tweede man van
Meriken heeft gepretendeerd, dat hij recht zou hebben op die goederen, maar ze zijn toch aan
Servaes nagelaten, die ze “heeft bewoont, gebruijckt, gehacht, gehouwen ende de huijsinge
gerepareert ende vertimmert gelijck hij op den dach van heden alnoch is doende.” Het huis
met esthuis en aangelegen landerijen stond onder d’Lutteleijnde aen de Heijde met nog een
akker teulland 3 lopense in de Sulper eertijds van de gemeijnt gekocht door Jan Servaessen.
Getuigen Schijndel: Jan Handrix van den Vorstenbosch en Sebert Anthonissen.