Familie Vermeulen Bosch Broks Habraken

getuigen:
 Hendrik Kornelisz
 Aefie Willems

Op huijden den 20en. martij. Ao. 1657. Soo bekenden Henrick
Cornelisz ^mede^molenaer vande koorn meulen genaemt de
Bock, op het Blaeuhooft alhier, ter eenre, ende Adriaen
Cornelisz. huystimmerman, mede alhier, ter andere
sijden dat als man ende voocht van syn huysvrou Neeltgen
Cornelis dr. suster vande voorss. Henrick Cornelisz, ter andere
sijden. Dat sijluijden van hunne sa: Ouders, de vader ende
moeder geweest vande voorss. Henrick Cornelisz ende
Neeltgen Cornelis dr., benevens hare andere susten Jannetgen
Cornelis. onder andere te erve gekeurt hadden de voor
met heer drije
vierdepart vande
gemelte meulen ende een soeckere drie stucken landts sijnde
^ affslaende het geene
twee stucken Saedlandts ende een stuck weijlandts.
hunluijder behuwde off
gelegen in warmenhuijsen; sonder eijgentlyck de
Stiepsmoeder daeruijt
hebben moodt voor het
grootheyjt ofte oock de belendingen ende andere gelegent¬
kindts gedeelte dat haer
ende omstandicheyden vandien te weeten. Ende dat syluyden
gemaeckt is. Ende
voorss P
ten
vorders van hunluyder
ten inde gemelte melcn
nengaende hunne „ darde s
sa: Bestevader oock
ende Landen, met malcanderen, in het minnelijck alsvo
geerft hebben.
geseltftgescheyden ende gedeelt sijn; dat de voorss. Henrick
Cornelisz, in eijgendom sal hebben het dardepart van
syn voorss. huysvrou, in het voor¬
hem Adriaen Cornelisz ende
„ off soo veel het
^ gemelte vaerde part „ vande voorss. molen; Ende dat
daertegens den voorss. Adriaen Cornelisz ende syn voorsz.
huijsvrou, sull in mede in volcomen eygendem sullen
hebben, het dardepart van de voorn. Henrick Cornelisz
in de gemelte drie parceelen Landts beijdersijdts
eenwich ende erffelijck. Tn vreeden sijnde dat de waerdien
oft soo veel het
van het gemelte dardepart in het vierdepart „ vande
voorss. molen, gereeckent sal worden, teg naer advenant
de prijs, daerop deselve molen eerstsdaeghs geschatt
ende getaxeert sel werden inde scheijdinge tusschen hunluijder
behuwd. moeder ende hunluyden t alsnu te geschieden;
voorss.
Ende dat de gemelte drie barceelen landts, by onpartijde
Luyden, hun dies verstaende, van wedersijden een te koesen,
oock geschadt ende getaxeert sullen werden; ende dat den
geenen die over ende meer heeft, als den anderen; het selve
meerder sal betalen niet gelegentheyt ende tat vermaninge
vanden aeven die minder heeft; ende ondertusschen Intreste
van het selve meerder betalen, tegens drie ende een halff te
hondert int Jaer, Ingaende op hoeden date deses. Ende wider
malcanderen over ende weeder, behoorlycke brieven sullen
passeren ende verbijden; sonder insertie van eenige borgen
Vers meende hier ander hunlr. personen ende goederen, voorende
ende mrcerende, present ende toelemende, gerie wtgesondrt
wes

https://transkribus.eu/r/amsterdam-city-archives/#/documents/565678/pages/82?t=blauwhooft